Categorieën
Expo Kunstenaar

Three times more

De tentoonstelling ‘Three times more’ brengt heel verschillend werk van drie kunstenaars samen.
Philip Verhoeven maakt vooral stillevens in acryl, een mix van figuratieve kunst, pop art en graffiti, waarvoor hij zich laat inspireren door de geschiedenis. Rond een vaas met bloemen, een huiselijk tafereel, laadt hij zijn doeken met symbolen en verwijzingen naar gebeurtenissen en personen uit het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw, die iets betekend hebben of een invloed gehad hebben in de loop van de geschiedenis. Of naar de late Middeleeuwen. Zo duiden elementen naast een vaas van omstreeks 1600, met een vrouwenportret uit die tijd, op drie theaterstukken van William Shakespeare, waaronder ‘Romeo en Julia’. Zijn werk vraagt dus om er betekenissen van af te lezen. Door een rijkdom aan kleuren geeft Philip Verhoeven daarnaast ook uiting aan zijn positieve ingesteldheid, zijn goede hoop en zijn vertrouwen in de toekomst.
De beelden in klei van Elke Hubens zijn sterk emotioneel geladen. Figuren van paarden blijven onafgewerkt, maar zoals sommige torso’s van mensen drukken ze een schrijnende pijn en vaak diepgaand lijden uit. Broosheid maar ook veerkracht zijn haar thema’s. Breekbaarheid en toch ook doorzetting geeft ze haar figuren mee. In hoe het er uitziet vertelt elk lichaam een verhaal. Zo straalt voor haar ieder lichaam, uiterlijk of innerlijk aangedaan, zijn eigen schoonheid uit. Geeft een beeld geen uitdrukking aan acute pijn, dan krijgt het nog altijd wel een ingehouden emotionele uitdrukking mee. Dan toont het lijdzame ingetogenheid, gevoeligheid en kwetsbaarheid, waarin ook al een nieuwe kracht schuilgaat. De toeschouwer blijft er niet onberoerd onder.
De verbindingsman van de drie nieuwe tentoonstellingen in de Antwerpsestraat is beeldend kunstenaar Jan Verschueren. Hij werkt veelal met restjes metaal, stukken schroot, soms ook terracotta, dingen die hij vindt. Bij hem schijnen kleine menselijke figuren, zo al kwetsbaar in hun voorkomen, ook nog eens vervat te zitten in een grotere context die enige druk of invloed op hen uitoefent: ze tonen zich gevangen of ze gaan lopen, of ze worden tot een zekere inspanning aangezet of gedwongen. Als blijkt dat die inspanning tot niets leidt (zoals Sisyphus zijn rotsblok telkens opnieuw naar boven moet duwen), vertolken de mensjes ook de futiliteit van het menselijk streven, en krijgen ze bovendien iets zieligs. Maar even vaak ontstaan zo ook grappige situaties of effecten. Jan Verschueren toont in zijn beelden veel inleving met de beperkte mogelijkheden van de mens om in zijn bestaan tegenover een dwingende abstracte overmacht stand te houden. Daardoor geven zijn taferelen vaak ook blijk van een subtiele melancholie. Humor en weemoed gaan bij hem een ongewone schakeling aan.

Categorieën
Expo Kunstenaar

Without masks

Maskers kunnen heel wat onthullen, en vallen de maskers af, dan krijgen we een zicht op de blote waarheid van het leven.
grietgriet (de artiestennaam van Griet Cornille) werkt op doek voornamelijk met structuurpasta en acrylverf. Ze tekent ook figuren op papier, knipt ze uit en verwerkt ze vervolgens in collages. De collages vertellen concrete verhalen, de gezichten op canvas tonen emoties los van het verhaal. In essentie is het haar om verstilling te doen. Het moment waarop een snik, een schreeuw of een glimlach onbewust verdwijnt van een gezicht, is het moment dat ze op doek probeert te vangen. Haar portretten stellen geen echte mensen voor. Gezichten volstaan als middel om emoties weer te geven. Verbinding is voor haar de essentie van wat ze maakt. Door emoties die iedereen kent weer te geven, geef ze weer wat ieder met elkaar verbindt. In haar collages op papier verwerkt ze met verf en fotomateriaal, zonder filter, zonder verbloemen, thema’s als vrouw zijn, sensualiteit, interactie… Krachtige eenvoud is haar kenmerk. Daarmee peilt ze naar ware diepgang, naar de melancholie die in de universele stilte schuilgaat.
Charlot Catteeuw maakt beelden en schilderijen. In deze tentoonstelling presenteert ze haar reeks ‘Imperfect dolls’, beelden van poppetjes in een omgeving met opschriften en toebehoren, schijnbaar ironisch en ondeugend, maar daarom niet minder ernstig. De ‘imperfectie’ verwijst naast de poppetjes zelf ook naar het ideaalbeeld dat vrouwen wordt voorgehouden, en dat neemt Charlot Catteeuw graag stevig op de korrel door het grondig te ontluisteren. Van ver lijken haar poppetjes misschien nog lief, bij nader toezien ontmaskeren ze valse schijn en make believe. Ze vergroot een aantal stereotypen uit of brengt net het tegendeel ervan in beeld, en zo bieden haar humor en ironie stevig weerwerk tegen de gangbare beeldvorming en de voorgeschreven idealen. Haar ‘ontmaskering’ pakt ze grondig en zonder terughoudendheid aan, haar beeldvorming getuigt van extraversie, lef en branie.
De verbindingsman van de drie nieuwe tentoonstellingen in de Antwerpsestraat is beeldend kunstenaar Jan Verschueren. Hij werkt veelal met restjes metaal, stukken schroot, soms ook terracotta, dingen die hij vindt. Bij hem schijnen kleine menselijke figuren, zo al kwetsbaar in hun voorkomen, ook nog eens vervat te zitten in een grotere context die enige druk of invloed op hen uitoefent: ze tonen zich gevangen of ze gaan lopen, of ze worden tot een zekere inspanning aangezet of gedwongen. Als blijkt dat die inspanning tot niets leidt (zoals Sisyphus zijn rotsblok telkens opnieuw naar boven moet duwen), vertolken de mensjes ook de futiliteit van het menselijk streven, en krijgen ze bovendien iets zieligs. Maar even vaak ontstaan zo ook grappige situaties of effecten. Jan Verschueren toont in zijn beelden veel inleving met de beperkte mogelijkheden van de mens om in zijn bestaan tegenover een dwingende abstracte overmacht stand te houden. Daardoor geven zijn taferelen vaak ook blijk van een subtiele melancholie. Humor en weemoed gaan bij hem een ongewone schakeling aan.

Categorieën
Expo Kunstenaar

This must be the place

Een kunstwerk lokt altijd een respons uit, een beleving variërend van bewustwording tot vervreemding, van ontroering tot een lach. De schilderijen van Walter Dermul en het beeldend werk van Jan Verschueren, opnieuw te gast in Galerij Artisjok, slagen daar overtuigend in.

Wat in het werk van Walter Dermul meteen en het meest opvalt zijn de heel warme en de heel koude kleuren, de ongewone houdingen van zijn figuren (duiken, springen, zwemmen, lopen…) en de strakke geometrie van hun omgeving. Vaak geven die figuren door een beschouwelijke pose uiting aan een zekere intimiteit, maar toch krijgen ze door de invulling van de kleuren een afstandelijk cachet mee. Meer zelfs: zo doende roept de schilder meer vragen op dan hij met zijn voorstellingen beantwoordt. Zijn doeken zijn geladen met een geheimzinnige uitdrukking die haar betekenis niet meteen vrijgeeft. Vaak zijn ze een weergave van autobiografische taferelen, zoals momentopnames uit super-8 filmpjes van zijn vader uit de jaren zestig, die de onbezorgde gezinssfeer en de hoopvolle tijdsgeest vertolken. Hij heeft een oog voor onopvallende persoonlijke momenten in het leven, die veel later markante geschiedenis zijn geworden, waarop we met gemengde gevoelens terugkijken. Walter Dermul is bij uitstek de schilder van de (historische en existentiële) vervreemding.

De verbindingsman van de drie nieuwe tentoonstellingen in de Antwerpsestraat is beeldend kunstenaar Jan Verschueren. Hij werkt veelal met restjes metaal, stukken schroot, soms ook terracotta, dingen die hij vindt. Bij hem schijnen kleine menselijke figuren, zo al kwetsbaar in hun voorkomen, ook nog eens vervat te zitten in een grotere context die enige druk of invloed op hen uitoefent: ze tonen zich gevangen of ze gaan lopen, of ze worden tot een zekere inspanning aangezet of gedwongen. Als blijkt dat die inspanning tot niets leidt (zoals Sisyphus zijn rotsblok telkens opnieuw naar boven moet duwen), vertolken de mensjes ook de futiliteit van het menselijk streven, en krijgen ze bovendien iets zieligs. Maar even vaak ontstaan zo ook grappige situaties of effecten. Jan Verschueren toont in zijn beelden veel inleving met de beperkte mogelijkheden van de mens om in zijn bestaan tegenover een dwingende abstracte overmacht stand te houden. Daardoor geven zijn taferelen vaak ook blijk van een subtiele melancholie. Humor en weemoed gaan bij hem een ongewone schakeling aan.