Een kunstwerk lokt altijd een respons uit, een beleving variërend van bewustwording tot vervreemding, van ontroering tot een lach. De schilderijen van Walter Dermul en het beeldend werk van Jan Verschueren, opnieuw te gast in Galerij Artisjok, slagen daar overtuigend in.
Wat in het werk van Walter Dermul meteen en het meest opvalt zijn de heel warme en de heel koude kleuren, de ongewone houdingen van zijn figuren (duiken, springen, zwemmen, lopen…) en de strakke geometrie van hun omgeving. Vaak geven die figuren door een beschouwelijke pose uiting aan een zekere intimiteit, maar toch krijgen ze door de invulling van de kleuren een afstandelijk cachet mee. Meer zelfs: zo doende roept de schilder meer vragen op dan hij met zijn voorstellingen beantwoordt. Zijn doeken zijn geladen met een geheimzinnige uitdrukking die haar betekenis niet meteen vrijgeeft. Vaak zijn ze een weergave van autobiografische taferelen, zoals momentopnames uit super-8 filmpjes van zijn vader uit de jaren zestig, die de onbezorgde gezinssfeer en de hoopvolle tijdsgeest vertolken. Hij heeft een oog voor onopvallende persoonlijke momenten in het leven, die veel later markante geschiedenis zijn geworden, waarop we met gemengde gevoelens terugkijken. Walter Dermul is bij uitstek de schilder van de (historische en existentiële) vervreemding.
De verbindingsman van de drie nieuwe tentoonstellingen in de Antwerpsestraat is beeldend kunstenaar Jan Verschueren. Hij werkt veelal met restjes metaal, stukken schroot, soms ook terracotta, dingen die hij vindt. Bij hem schijnen kleine menselijke figuren, zo al kwetsbaar in hun voorkomen, ook nog eens vervat te zitten in een grotere context die enige druk of invloed op hen uitoefent: ze tonen zich gevangen of ze gaan lopen, of ze worden tot een zekere inspanning aangezet of gedwongen. Als blijkt dat die inspanning tot niets leidt (zoals Sisyphus zijn rotsblok telkens opnieuw naar boven moet duwen), vertolken de mensjes ook de futiliteit van het menselijk streven, en krijgen ze bovendien iets zieligs. Maar even vaak ontstaan zo ook grappige situaties of effecten. Jan Verschueren toont in zijn beelden veel inleving met de beperkte mogelijkheden van de mens om in zijn bestaan tegenover een dwingende abstracte overmacht stand te houden. Daardoor geven zijn taferelen vaak ook blijk van een subtiele melancholie. Humor en weemoed gaan bij hem een ongewone schakeling aan.