‘Beau-isme’ verwijst naar de naam van de kunstenaar: René Beaumont. Hij is jurist van opleiding (aan de Rijksuniversiteit van Leiden, Nederland), maar creativiteit zat hem in de genen en de zin om dingen zelf te maken is hem met de paplepel ingegeven. Zijn vader, kunstschilder, met wie hij graag filosofische gesprekken voerde, was voor hem een lichtend voorbeeld. René Beaumont ontwikkelde zich als autodidact tot een veelzijdig kunstenaar, en sinds 2017 werkt hij voltijds als beeldhouwer. De menselijke figuur is zijn geprefereerde onderwerp. In zijn werk laat hij zich leiden door de klassieke principes en vereisten van de beeldhouwkunst: de keuze van de beste materialen, respect voor de materie en het onderwerp en vooral een exacte weergave van de anatomie. Beeldhouwen is voor hem niet alleen bedenken, concipiëren en creëren, ook ambacht, vakmanschap gecombineerd met geduld, inzet en doelgerichtheid, en daarbij ligt de lat altijd hoog. Als materialen kiest hij marmer voor eerder zware onderwerpen, brons voor meer luchtige, maar recent heeft hij ook enkele fragiele werken in steen voortgebracht. Heel vaak komen zijn figuren nog niet helemaal los uit hun context. Het lijkt wel of ze betrapt werden en meteen vastgelegd zijn in hun ontstaan, alsof het materiaal node de figuur vrijgeeft die erin opgesloten zat: de steen maakt een metamorfose door, zoals in de alchemie een stof in aard en wezen verandert. Van zijn portretten wil hij dat ze natuurgetrouw zijn, als vanzelf, maar bovenal moeten ze een karakter kunnen weergeven, een spiegel zijn van het innerlijk. Het resultaat van het werk moet altijd het oog bevallen en de zinnen uitdagen.
Tevens worden geëxposeerd een aantal werken van zijn vader, René Beaumont sr., een verdienstelijk kunstschilder. In de loop der decennia evolueerde zijn stijl van ‘typisch jaren vijftig’ via surrealisme gaandeweg naar meer conceptueel tot abstract. René senior exposeerde in de jaren zeventig, tachtig en negentig van de vorige eeuw, vooral in Amsterdam, dikwijls tezamen met Carel Willink, Diana van de Berg, en Hans Kanters. Zijn werken bevinden zich in privécollecties wereldwijd, evenals die van junior, overigens.